Foto's uit de oude doos van: Landbouwmechanisatie - 1955

Zondag 05 april 2020 Delen

Ga er maar eens goed voor zitten want we hebben weer een bomvolle archiefreportage van LandbouwMechanisatie. Wanneer je een heel jaar samenvat levert dat zeer diverse onderwerpen op. Van (buitenlandse) beurzen tot veldwerkzaamheden.

Tijdens een bietenrooidemonstratie in Engeland werd deze Catchpole Cadet met bunker getoond. In 1953 werden in Engeland 3.200 grote rooimachines gebruikt. Daarvan waren er ruim 800 van het merk Catchpole. Eén derde van het Brits bietenareaal werd door deze machines gerooid.


De bietenrooier van Armer met klembanden.


Roerslev rooier uit Denemarken met een aangedreven korf en transporteur.


Tijdens de rooidemo was ook een kipper op rupsbanden te zien.


Bieten laden met een shovel. Handladen behoort halverwege de jaren 50 bijna tot de vergetelheid.


Het bij elkaar harken (zwelen) van bietenblad. Voor deze Fordson Major is een Vicon harkkeerder gebouwd.


Een bietentransporteur met reinigingstrommel.


In een ander artikel wordt ingegaan op het ploegen met vorenpakkers. Hier een 3-schaar met cambridgerol. Op natte zandgrond loopt deze al snel vol. Vorenpakkers zijn halverwege jaren 50 bijna niet in Nederland gebruikt. Door zwaardere trekkers komt daar verandering in.


Dezelfde rol als in de vorige afbeelding.


Op de Smithfield Show van 1954 toonde County Commercial Cars hun Fourdrive wieltrekker. De basis is een rupstrekker die, in plaats van 2 rupsen, nu van 4 13x24 banden is voorzien. Je stuurt hem eveneens met hendels. De basis is een Fordson Major met 34,3 pk.


Op de Landbouwsalon in Brussel kwam Lanz met de nieuwe 13 pk D 1306. Deze motor wordt ook in de Alldog gebruikt.


Een tweewielige Fahr trekker met 10 pk en harkkeerder.


Een nieuwe maand, een nieuwe landbouwtentoonstelling. Deze keer de Salon van Parijs. De hooiblazers en transporteurs staken de koppen bij elkaar.


Op de Franse trekkermarkt is de International Harvester Company (I.H.C.) marktleider. Van het type Farmall FC werden er al 20.000 gebouwd. Ook de latere compagnon was aanwezig, met dit nieuwe type Case 400.


Een 10 pk Holder met vierwielaandrijving.


Ook het Italiaanse Manuel trok de aandacht met vierwielaandrijving. Voor de Fordson Major en Ferguson kan het namelijk een vierwiel aangedreven as leveren. De prijs van zo’n gemodificeerde trekker ligt 15% hoger dan de standaardprijs.


Een Kühn vlasopraap- en bindmachine. Als basis dient een tweewielige trekker van Bücher.


Het gebruik van een grasoplader voor het inkuilen van hooi om arbeid te besparen. Voor de lader een Ferguson TE 20.


Een hooischuif in actie aan een Farmall?


Ook de ‘laadschop’, hier aan een Hanomag, kan arbeid besparen.


Het opbrengen van grond op een kuil met behulp van een kraanwagen.


De Vicon-Lely HKE harkkeerder aan een Massey-Harris Pony.


Uitleg bij de voorpagina ontbreekt helaas. We zien een John Deere met een lader en ernaast een MAN met aanhanger. Wellicht gaat het om luzerne? Aan het kenteken te zien is de foto in Utrecht genomen.


Een Hanomag trekker met voorlader die uitgerust is met een bietengrijper.


Luzerne naar een wagen rijden met een Ruhrstahl B11 werktuigdrager.


Aandacht voor bandenwagens tijdens de graanoogst. Hier een wagen van Miedema. Op de afneembare steunen aan de linkerkant kan het zijschot rusten.


De automatische opraappers wint terrein in Nederland, zo concludeert de redactie. We zien een Oliver 88 met McCormick pers aan het werk in Zeeland.


De zelfbinder is nog niet weg te denken in 1955. De IH binder in transportstand achter een Allis-Chalmers model B.


Het linker transportwiel is hier verwijderd.


De torpedo in transportstand.


Op de D.L.G. tentoonstelling in München kwam Hanomag met de nieuwe R12. Steeds meer Duitse fabrikanten komen met nieuwe modellen die extra ruimte tussen de wielen hebben, voor het monteren van een garnituurbalk.


De R.M.W. werktuigdrager met een 10 pk Sachs motor. Een hydraulische hefinrichting ontbreekt, net zoals bij de meeste Duitse trekkers.


Een Amerikaans ‘fingerweeder’ tijdens een demonstratie in bonen en erwten in ons land. Dit zijn erwten, met ervoor een Ferguson TE 20 op mooie cultuurwieltjes.


Op kleigrond worden de meeste aardappelen inmiddels met voorraadrooiers geoogst. De overstap op verzamelrooiers (met afvoer of bunker) is echter nog groot. Volgens hoofdredacteur Crucq kan dit nog jaren duren. Eén van de bekendste voorraadrooiers is de BAV IV A kettingrooier.


De Amazone zakkenrooier.


De zakkenheffer van de NIMAG uit Leidschendam.


Tijdens de grote tentoonstelling E55 in Rotterdam werden ook landbouwwerktuigen getoond. Hier de ‘aardappelcultuur’ van poten, aanaarden en spuiten. Let ook op de bordjes met ‘schrikkeldraad’ rond de objecten!


Tentoonstelling van het weidebedrijf met verschillende hooibouwmachines.


Wederom aardappelrooitechniek. Deze keer toegespitst op de Veenkoloniën, waar al wel met verzamelrooiers wordt gewerkt. Hier de Borga aardappelrooier, die al sinds 1946 in productie is. Bij een oppervlakte van 10 hectare is zo’n machine rendabel. In 1954 liepen zo’n 550 verzamelrooiers in de oogst van fabrieksaardappelen. Een kwart van de oppervlakte fabrieksaardappelen werd daarmee mechanisch gerooid.


De Climax rooimachine van Zijlstra & Bolhuis. Deze heeft een roterende korf van 1,30x1,80m.


Het is wederom de bietenteelt die speelt in september. Hier de bietenrooier van D.R Mansholt. Dit prototype wordt thans in productie genomen door Vissers (Vicon) in Nieuw-Vennep. Voor oogstjaar 1955 zijn 6 machines gebouwd. De machine rooit 2 rijen tegelijk. Een succes was het echter niet. Al snel werd het rooisysteem vervangen door het bekende sloffenkruis van Steketee.


Sinds 1953 importeert Hoegen Dijkhof de rooimachines van Stoll in Nederland. Na verschillende aanpassingen functioneert hij ook in ons land goed.


Een andere Duitse speler in ons land is Kleine. Hier op de D.L.G. show in München. De machine wordt in het najaar van 1955 in Klundert getest.


Een experiment is het persen van kuilgras in plaats van hooi. Daarvoor wordt melasse toegevoegd aan het product. Hier het vullen van de melasse in een houten bak boven de pers.


De pers is een IH McCormick 55 T, met ervoor een Ferguson TE 20. Er wordt een wagen achter getrokken om de baaltjes van 19 kilo direct op te laden.


Een Hanomag R35 met naast de 1-schaar ploeg een stereg om zandgrond direct te verkruimelen.


Bij een 2-schaar ploeg wordt de stereg achter de trekker getrokken, net als een vorenpakker. De Lanz Bulldog is daarom van een vanghaak voorzien.


Een Hanomag uitgerust met een Wulff slootreiniger en voorop een brug. Die doet dienst als contragewicht, maar wordt ook gebruikt om over te steken tussen percelen.


De Ritscher York slootreiniger afkomstig uit Hamburg. Ook de rupstrekker wordt door Ritscher geproduceerd.


Een pennenlichter van de firma Steenbergen uit Klaaswaal voor suikerbieten. Uiteraard met een IH Farmall ervoor.


Het rooien van suikerbieten met de aardappelrooier.


Een Catchpole verzamelrooier met afvoer voor het blad en de bieten.


Stoll bietenrooier achter een Unimog. De bieten komen in de bunker van de Unimog terecht.


LM brengt een bezoek aan Finland. Daar zag het deze draineermachine in actie, die tot 1,65m diep kan draineren.


Een trekker ‘uit een van de communistische landen’ voor de waterrem bij het Finse Instituut voor Landbouwtechniek.


Achterlader aan een Nuffield bevestigd voor het opladen van bietenkoppen.


Op een Deense demonstratie voor de aadappelteelt was deze 4-rijïge Holbaek aardappelpoter te zien met pootkettingen.


De Haverslev verzamelrooier die veel lijkt op de machine van Climax.


Ook werd in Denemarken het Statens Redskabsprover landbouwinstituut bezocht. Op deze Ford Dearborn is een apparaat gebouwd om producten na te kunnen dorsen die reeds door geteste dorsmachines zijn geoogst.


In het artikel ‘werktuigdrager of lichte trekker?’ wordt stilgestaan bij het mechanisch alternatief voor het laatste span paarden op veel bedrijven. Hier een IH Farmall FC uitgerust met tussen de wielen een kunstmeststrooier en achter de trekker een 2,5m zaaimachine.


In een heuse duurtest werd, gedurende een zomer lang op 5 bedrijven in Overijssel, deze JF tweepaardsbinder getest.